REFR.
Nanananana nananana nana…
Er ligt een dorpje, ’t is hier niet ver vandaan
en daar wonen geen Romeinen
Maar wel de Galliërs, ze komen eraan
En ze eten everzwijnen
We hebben geen bang en jagen op stang, die Romeinen
We zijn niet met veel, maar laten niets heel van die Romeinen
Hier in het törrep hangt een heel gekke geur
Zijn het Obelix zijn scheten?
’t Waait uit de hoefsmid of de visboer zijn deur
Maar we zullen het nooit weten
Het dak is van stro, da’s gene cadeau, met al die hitte
De beek die staat droog, de vis komt omhoog, oh wat een hitte
En Julius Caesar wil het dorp verslaan
’t Is de baas van de Romeinen
Hij wil de Galliërs het liefst naar de maan
Ze voor altijd doen verdwijnen
Hij zit op de troon, en vindt zichzelf schoon, daar in Rome
Wat voor hem telt, dat is al ons geld, joa in zijn dromen
Gaan we ten aanval, hef het glas in de lucht
Want die toverdrank is heerlijk
Vecht als een man of geef je over en vlucht
Die Romeinen zijn zo lelijk
En Obelix dan, de sterkste man, viel in de ketel
Een slokje of twee, druïde zegt nee, blijf uit die ketel
Twee dikke vrienden voor elkaar door het vuur
Ja, het worden zotte dagen
Een onvergetelijk en dol avontuur
Ga het maar aan Xinix vragen
En Asterix weet, ’t komt altijd gereed, ’t wordt een spektakel
Kakafonix die zingt, hoe slecht dat ook klinkt met zijn gekakel
REFR.
Nanananana nananana nana…